In haar studie toont mevrouw Korenromp aan dat de verwerking hiervan heel gecompliceerd is. Het gaat immers vaak om een 'zelfgekozen verlies’ . Uit de vragenlijsten die aan verschillende ouders werden voorgelegd, blijkt dat het rouwproces doorgaans een half tot anderhalf jaar in beslag neemt. Zo'n 19% van de vrouwen en 10 procent van de mannen kampen ook hierna met psychische problemen.
In het proefschrift wordt advies meegegeven naar artsen en hulpverleners. Deze zouden ouders moeten waarschuwen voor de mogelijk lange rouwperiode, zegt Korenromp.
Uit de studie blijkt eveneens dat de verwerking moeizamer verloopt, indien er bij de ouders veel twijfels bestonden over het besluit de zwangerschap te beëindigen. Om ouders zo veel mogelijk te begeleiden in het beslissingsproces, dienen artsen en hulpverleners hen zoveel mogelijk in te lichten over de aandoening die bij het kind werd vastgesteld.
In het proefschrift wordt hulpverleners eveneens aangeraden om voorzichtig te zijn met advies rond afscheidsrituelen (bijvoorbeeld naamgeving van het kind, het kind al dan niet zien/vasthouden na de zwangerschapsonderbreking, het kindje laten begraven/cremeren, ...). Vaak helpt dit soort rituelen bij de rouwverwerking, maar 13 procent van de ouders gaf eveneens aan hier achteraf spijt van te hebben.
Hieruit blijkt nogmaals dat rouwverwerking iets zeer persoonlijk is en dat bepaalde rituelen zeker niet mogen worden opgedrongen. Het is belangrijk ouders te informeren over bestaande mogelijkheden, maar de keuze omtrent de manier waarop zij afscheid willen nemen, ligt uiteindelijk bij hen.
Masterproef van Jolien Vlaeminck - De Meyer,
De rol van de expertise van ervaren ouders bij de uitslag van prenatale diagnostiek en het al dan niet kiezen voor een selectieve abortus.
Het is een masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van Master in de Pedagogische Wetenschappen, afstudeerrichting Orthopedagogiek, aan de Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen van Universiteit Gent (Academiejaar 2009-2010)
Promotor,Prof. Dr. Geert Van Hove |